The Immortal Memory Toast Dickensfellowship 2018

Else Flim, eigenaar van het Dickenstheater Laren, kreeg het eervolle verzoek om The Immortal Memory Toast uit te brengen tijdens het traditionele kerstdiner van de Dickens Fellowship Haarlem Branch op 15 december 2018 in Sociëteit Trou Moet Blijcken te Haarlem. Bij deze branch mag het uitspreken van de toast door the guest of honour vijf minuten duren. Hieronder volgt haar tekst:

 

 

 

 “Geachte Dickens Fellows,

 

Onze reis door dit jaar loopt bijna ten einde.

“Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen”, dat lied van dichter en schrijver Rhijnvis Feith, voor het eerst gepubliceerd rond 1807, zong mijn vader ieder jaar vanaf november.

In het gezin waarin ik opgroeide was Het Begrip Tijd vaak een onderwerp van gesprek. Het werd benadrukt dat je ‘de jou toegemeten tijd’ goed moest gebruiken, je medemens tot dienst zou zijn, je talenten diende te ontwikkelen en vreugde in het leven van jezelf en van anderen moest scheppen. De boodschap was: Tijd is kostbaar.

 

Daar denk ik vaak aan als mijn man, Aad Kok, en ik aan het werk zijn in ons Dickenstheater.

Want als er iemand was die zijn tijd volledig heeft benut, die als één mens wel twee of drie levens tegelijk heeft geleefd, ja, dan was het wel Charles Dickens.

Door de grote variëteit van activiteiten die hij ontplooide, kunnen we vele kanten van hem belichten en keer op keer reageert het publiek verrast. Dit seizoen is de aandacht gericht op zijn combinatie van werken aan een boek of kerstverhaal en het reizen, het wonen in Zwitserland, Italië en Frankrijk. En ook daar bedacht hij allerlei mogelijkheden om even te ontsnappen aan de strenge discipline van het schrijven. Ik noem enkele voorbeelden, de jaartallen zal ik u besparen:

 

In Parijs (Frankrijk) (vanaf 1837/november 1846 en januari 1847/ winter van 1855 tot mei 1856/1863 readings) Tijdens zijn wandelingen bezocht hij daar ziekenhuizen, gevangenissen, het mortuarium, begraafplaatsen, de Operá, paleizen, wijnhuizen, concertzalen en theaters. Wandelen deed hij ook met John Forster en hij vierde er carnaval met Wilkie Collins.

 

In Italië (juli 1844 tot juni 1845) schreef hij het kerstverhaal The Chimes, bracht het naar Londen via Venetië want die stad wilde hij beslist zien en net voor Kerst was hij weer terug in Genua en hij bezocht met Catherine de marmergroeven van Carrara, Pisa, Florence, Rome en in het Vaticaan bekeken ze een voetwassing door de paus, door naar Napels, Pompeï en dan de Vesuvius beklimmen want Dickens wilde ín de kratermond kunnen kijken!

 

In Zwitserland, (in 1846) wonend in de Villa Rosemont in Lausanne, schrijvend aan Dombey and Son in een niet inspirerende omgeving, noemde hij in een brief aan John Forster zijn inspiratiebron Londen ‘that magic lantern’. Maar hij doorbrák het saaie leven, reisde met zijn vrouw, schoonzus Georgina, een groep Engelse vrienden en twee bedienden per stoomboot over het Meer van Genève, daarna per omnibus naar Bex en per koets naar Martigny en de volgende dag trokken ze per muilezel door de Alpen want Dickens wilde het St. Bernhardklooster bezoeken! Ja, ook verblijvend in het buitenland heeft hij zijn tijd goed benut!

 

Zoals we bij geliefde overledenen het liefst beelden oproepen van vreugdevolle momenten, zo doe ik dat ook graag bij Charles Dickens. In George Dolby’s boek Dickens as I knew him: the story of the Reading Tours wordt een mooie gebeurtenis beschreven. Zie het voor u: de vrienden uit Amerika, die hem daar gastvrij ontvingen, diners voor hem aanrichtten, hem uitzwaaiden bij de boot, zij zijn in juni 1869 overgekomen en worden nu op Gad’s Hill Place feestelijk door Dickens getrakteerd. Op een zonnige dag rijden koetsen voor en het hele gezelschap gaat een sightseeing tour door Kent maken. De inwoners van Rochester herkennen natuurlijk hun Dickens en zwaaien uitbundig naar hem en zijn vrolijke gasten, die op weg zijn naar Canterbury. Het was een dag waarop Dickens, zoals ik van Dolby begrijp, ‘iedere minuut’ genoot. Stelt u zich voor hoe hij met zijn vrienden door het mooie landschap reed, met overal die met klimop begroeide muurtjes, de klimop die zijn weg kruipend vervolgt en bomen met zijn bladeren omhelst. Zo’n reis, die niet mag eindigen.

 

Ladies and gentlemen, please fill your glasses, stand up, and drink with me to the Immortal Memory of Charles Dickens.”

 

 

 

Else Flim Productions KVK 58631194

 homepage